Onderwijs

Saskia Brand-Gruwel

De auteur is hoogleraar Onderwijswetenschappen bij de Open Universiteit en collegelid van Zuyd Hogeschool.

Reacties op dit artikel naar: saskia.brand@zuyd.nl

Innovatie in het hoger onderwijs: hoe succes te maximaliseren?

Wat maakt onderwijsinnovaties succesvol zodat ze duurzaam geïmplementeerd kunnen worden? In deze bijdrage worden factoren besproken die bij het opzetten en uitvoeren van een innovatie goed doordacht moeten worden, zodat succes kan worden gemaximaliseerd.

Onderwijsprofessionals in alle hoger onderwijsinstellingen in ons land en daarbuiten werken aan onderwijsinnovatieprogramma’s en -projecten. Die innovaties kunnen verschillende doelen hebben, van het verbeteren van het studierendement en het reduceren van studie-uitval, tot het verbeteren van de onderwijs- en leeromgeving om het leerproces van studenten beter te faciliteren. Wat maakt nu dat onderwijsinnovaties succesvol zijn en leiden tot duurzame implementaties en veranderingen in bijvoorbeeld docentgedrag? Hieronder gaan we nader op die vraag in, waarbij tot slot een casus wordt toegelicht die ontleend is aan een innovatietraject bij Hogeschool Leiden.


Innovatiedoel

De kwaliteit van het hoger onderwijs vraagt continue aandacht, want kwaliteit is de basis voor de innovatieve kracht van de samenleving, scheef de Onderwijsraad in haar rapport ‘Hoger onderwijs voor de toekomst’ (Onderwijsraad 2011). Om in de top vijf van kenniseconomieën in de wereld te blijven benadrukt ook de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2013) het belang van onderwijsinnovatie. De Inspectie van het onderwijs (2019) concludeert echter dat innovaties nog niet vaak genoeg leiden tot duurzame veranderingen. Toch zien we dat het hoger onderwijs de kwaliteit van zijn onderwijs serieus neemt en we mogen concluderen dat veel professionals aan hogescholen en universiteiten in innovatietrajecten werken aan hoogwaardige, op de toekomst gerichte opleidingen.
Het doel van alle innovaties is in essentie terug te voeren op twee zaken: 1) het bevorderen van het leren van studenten die zich voorbereiden op de toekomst, en 2) het zorgen dat studenten effectief en efficiënt leren en het leren als plezierig ervaren. De uitwerkingen om dit doel te bereiken en zo de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren zijn echter - afhankelijk van de probleemsituatie - heel divers en kunnen gaan van het verbeteren van de binding met studenten, het ontwerpen van meer betekenisvol leren, het wijzigen van het toetsbeleid, tot het invoeren van een meer studentvriendelijke elektronische leeromgeving. De eerste stap om te komen tot een doelgerichte innovatie is daarom het goed definiëren van de probleemsituatie en de onderliggende vragen zodat een gedragen en haalbaar doel voor het innovatietraject kan worden geformuleerd. Figuur 1 geeft aan dat bij het uitdiepen van de problematiek en het formuleren van de innovatiedoelstelling het van belang is om de percepties van betrokkenen, de context van de instelling en wetenschappelijke evidentie mee te nemen. Deze drie factoren worden hieronder kort toegelicht.

Figuur 1. Factoren van belang bij vaststellen van een innovatiedoel.