Onderzoek

Jolien Quinten

De auteur is als pedagoog verbonden aan het departement Education van Hogeschool PXL.

Reacties op dit artikel naar: jolien.quinten@pxl.be

Co-teaching: samen sterk als een team

Met meerdere leerkrachten voor een klas, een utopie of realiteit? Binnen de opleiding Kleuteronderwijs van Hogeschool PXL zijn duo-stages onderzoeksmatig ingebed in het curriculum met als doel maximale ontwikkelingskansen voor lerenden.

Leren van en met elkaar is een van de hoofdpijlers van de opleiding Kleuteronderwijs van Hogeschool PXL (Hasselt, België). Dit krijgt onder andere vorm in duo-stages. In een tweejarig onderzoek heeft de hogeschool de waarde van dat leren van en met elkaar in kaart gebracht. Met deze onderzoeksuitkomsten zoekt de hogeschool naar verbeterpotentieel vanuit verschillende perspectieven (mentor, lector of student) om zo het aspect van co-teaching verder uit te bouwen in de opleiding. Het doel daarbij is creëren van een inclusieve leeromgeving die maximale ontwikkelingskansen voor alle lerenden biedt.

Onderzoeksvragen
De opleiding Kleuteronderwijs van Hogeschool PXL koos er een aantal jaren geleden voor om eerstejaarsstudenten in duo’s (student-student) stage te laten lopen. Die duo-stages werden ingevoerd naar aanleiding van een nieuw curriculum en hadden als belangrijkste doelstelling het leren van en met elkaar te bevorderen, maar deze vorm van co-teaching is ook een manier om een inclusieve leeromgeving te creëren en zo maximale ontwikkelingskansen te bieden aan alle lerenden. Om het verbeterpotentieel van co-teaching te onderzoeken, werd in de academiejaren 2016-2017 en 2017-2018 (kwalitatief) onderzoek uitgevoerd waarbij twee onderzoeksvragen centraal stonden:

  1. In welke mate krijgt het ‘leren van en met elkaar’ vorm in de duo-stages en wat is het verbeterpotentieel?
  2. Hoe kan de leerlijn van duo-stages (co-teaching) worden opgebouwd in het curriculum kleuteronderwijs?

Vanuit deze onderzoeksvragen werden drie perspectieven belicht; die van de mentor, de lector en de student. In eerste instantie werden studenten via een online enquête bevraagd, waarna de resultaten (kwalitatief) afgetoetst werden bij de drie doelgroepen. Door telkens alle partijen te horen, werden de resultaten op een gedragen manier verankerd in de opleiding. De onderzoeksmethodologie werd twee keer op dezelfde manier toegepast zodat ook een vergelijking en effectmeting tussen beide academiejaren mogelijk was.

Drie hypot
hesen
Om de eerste onderzoeksvraag te beantwoorden, werd een aantal hypothesen opgesteld, hier bespreken we de drie belangrijkste:

  1. Het geven van feedback aan de duo-partner leidt tot een positief ervaren van het leren van en met elkaar. In beide academiejaren werd een positief verband gevonden tussen het geven van feedback en het positief ervaren van het leren van en met elkaar.
  2. Het ontvangen van feedback van de duo-partner leidt tot een positief ervaren van het leren van en met elkaar. Deze hypothese werd in academiejaar 1 (2016-2017) verworpen; indien studenten feedback ontvangen van hun duo-partner ervaren zij het leren van en met elkaar als positief.
  3. Wanneer de samenwerking tussen duo-partners als positief wordt ervaren, voelen studenten zich ook goed tijdens de duo-stage. Ook deze hypothese werd bekrachtigd in beide academiejaren.

We kunnen dus vaststellen dat een goede samenwerking een belangrijke factor is om studenten zich goed te laten voelen tijdens de duo-stage. Daarom is het belangrijk om tijdens de opleiding te blijven inzetten op elkaar leren kennen en om voorwaarden te behandelen die een succesvolle samenwerking kunnen bevorderen.

De tweede onderzoeksvraag, over de leerlijn duo-stages, werd beantwoord door tijdens de onderzoeksjaren het curriculum aan te passen op basis van de uitkomsten van het kwalitatieve onderzoek. Zo werden bijvoorbeeld in focusgesprekken documenten en aanpassingen besproken vanuit de drie perspectieven.