Historicus Martijn van der Burg

‘Een grens heeft iets magisch’

‘In Groesbeek is er een weg die over de grens loopt: aan de ene kant ligt Nederland, aan de andere kant Duitsland. Het landschap ziet er aan beide kanten hetzelfde uit en toch voelt het bijzonder om over deze weg te rijden.‘

Aan het woord is historicus Martijn van der Burg, docent van onder meer de cursus Naties, staten en nationalisme. Europa vanaf 1800. Hij doet onderzoek naar het ontstaan van moderne staten en nationalisme en is de aangewezen persoon om meer te vertellen over ‘grenzen’.

Landen, staten of naties? Ze worden vaak als synoniemen gebruikt, maar zijn niet hetzelfde. Een staat is een juridisch stelsel, het heeft een grondwet, een bestuur en instellingen. Een natie is een culturele entiteit, letterlijk betekent het ‘volk’. Een natie wordt begrensd door culturele grenzen zoals een taal en een staat door staatsgrenzen. Daar kun je douaneposten neerzetten. Nationalisme is dan de ideologie, een politieke stroming, om staatsgrenzen en natiegrenzen te laten samenvallen. Wat zijn grenzen? Het hele idee van een grens, van staatsgrenzen zoals wij die kennen is voor een historicus heel recent. Baarle-Hertog en Baarle-Nassau worden vaak gezien als gekke gebieden, met landsgrenzen die dwars door huizen gaan. Maar eigenlijk is het precies andersom. In de wereldgeschiedenis is een staatsgrens niet de regel maar de uitzondering.

Hoezo? De grenzen die wij nu kennen zijn voor een groot deel moderne grenzen, constructies van de 19de eeuw. Daarvoor werden grenzen door de vorstelijke dynastieën bepaald. Dat leek wel kwartetten. Een landsheer trouwde met iemand uit een ander Europees adellijk huis en kreeg dan dat gebied erbij. Dat had helemaal niets met volk of natie te maken. Een boer in Oost-Groningen had meer affiniteit met iemand uit Oost-Friesland, daar kon hij mee praten, dan met iemand uit Middelburg. Met de Franse revolutie groeit het idee dat een volk vrij moet zijn van vorstelijke willekeur. Nationale grenzen zijn in feite links, progressief. Ze zijn niet bedoeld om mensen buiten te sluiten of binnen te houden, maar juist om het volk macht te geven in een bepaald gebied.

Nationalisme progressief? Daar kijken we nu anders tegen aan… Wat in het begin een liberaal-romantisch idee was - het volk dat zichzelf mag besturen – draaide tijdens de 19de eeuw om. De vorsten incorporeren het nationalisme in hun eigen streven om de macht te behouden en profileerden zich als nationale vorsten. Nu associëren we nationalisme met rechts, met het handhaven van grenzen, iemand de toegang tot een land ontzeggen. Het willen zijn van een wereldburger wordt juist als progressief gezien. Hoe werden dan de eerste staatsgrenzen bepaald? In de 19de eeuw, als men op zoek gaat naar wat een volk is, wordt de taal als uitgangspunt genomen. Een volk spreekt dezelfde taal. Dat lijkt een eenvoudig criterium maar wat is dezelfde taal? De gebroeders Grimm verzamelden sprookjes omdat ze het idee hadden dat in die sprookjes een oer-Duitse ziel zit. Maar als Duitsers een volk, een natie zijn omdat ze Duits spreken, wat is Duitsland? Alleen Pruisen en een paar gebiedjes erom heen? Of alle gebieden waar de taal verwant is aan het Duits, zoals Nederlands? Als taalgrenzen natiegrenzen worden, en vervolgens staatsgrenzen, leidt dit vaak tot hevige conflicten en zelfs oorlog. En dat kan lang doorwerken, kijk maar naar de Catalanen en de Basken in Spanje.

De grenzen die wij nu kennen zijn voor een groot deel moderne grenzen, constructies van de 19de eeuw.

200 jaar geleden werd het trekken van grenzen als iets heilzaams gezien

De Europese geschiedenis sinds de Franse revolutie is in belangrijke mate bepaald door het nationalisme, te omschrijven als de problematiek van het al dan niet samenvallen van de grenzen van natie en staat. In deze cursus maakt u kennis met de ontwikkeling van het nationalisme in Europa in de periode van circa 1800 tot 1945. Daarnaast komen aspecten van de theorievorming van het nationalisme aan de orde, mede in samenhang met een casus over het Franse nationalisme in de periode 1870-1918.

Voor deze cursus zijn er geen ingangseisen.

En wat als mensen minder hun eigen taal spreken? Mijn schoonvader komt uit Kerkrade. Hij zegt altijd dat hij met zijn streektaal tot in Keulen terecht kan. Maar hoe langer de staatsgrenzen bestaan, hoe meer de mensen die aan de grens leven uit elkaar groeien. De ene spreekt standaard Duits, de ander standaard Nederlands. Er is sprake van homogenisering. Je kunt zeggen: dat doet recht aan de nationale identiteit. Maar ja, het doet onrecht aan de regionale identiteit. En de jeugd aan beide kanten van de grens spreekt Engels met elkaar. Hoe ging het elders in de wereld? Het idee van nationale identiteiten en nationale grenzen is heel eurocentrisch. Alle nationale grenzen in de wereld zijn uiteindelijk door Europeanen – of hun directe nazaten – getrokken. Puur omdat ze aan het eind van de 19e eeuw alleen konden denken in termen van grenzen. Bij het Congres van Berlijn in 1878 hebben ze met een liniaal Afrika in stukken onder elkaar verdeeld, dat heeft geleid tot veel narigheid. Er werd geen rekening gehouden met de stammen, hun leefgebieden, hun tradities. Huidige conflicten binnen Afrikaanse staten komen voor een groot deel voort uit die arbitraire grenzen dwars door traditionele culturen en het strak denken in termen van nationale identiteit. Je bent historicus, dit is jouw onderzoeksterrein, hoe kijk jij naar grenzen? Met enige relativering. Bij ons op school, in het Frans lokaal, hing een poster over ‘Europa zonder grenzen’, waarbij 1993 werd gepresenteerd als een soort heiljaar, het jaar dat er grenzen geslecht worden. Net zoals 200 jaar geleden juist het trekken van grenzen als iets heilzaams, een stap voorwaarts werd gezien. Een grens heeft iets magisch. Ik woon bij Nijmegen. Als ik ga hardlopen voelt het toch anders als ik Duitsland in loop, dan dat ik dezelfde afstand afleg richting Brabant. Ik verbaas me ook altijd over de elektriciteits- of telefoonpalen, in Nederland zie je die niet meer, alle kabels liggen onder de grond. Als je aan de randen van Nederland rijdt, dan weet je door de telefoonpalen wanneer je in België of Duitsland bent. Maar goed dat is een persoonlijke observatie, die moet ik door middel van onderzoek nog onderbouwen (lacht).