Onderwijs

Sandra Heerius
Livia Brouwers
José Cuperus

Alle auteurs zijn werkzaam als hoofddocent op de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en daarnaast zelfstandig adviseur.

Voor meer informatie over dit artikel: jose.cuperus@han.nl

PI als rode draad in masteronderwijs

Een leven lang ontwikkelen zorgt er mede voor dat er steeds meer aandacht komt voor Professionele Identiteit (PI) in hbo-opleidingen. Bij de professionele masteropleiding Sport- en Beweeginnovatie van de HAN heeft PI een centrale plaats ingenomen.

De baan voor het leven verdwijnt. Een leven lang ontwikkelen is het devies en dat vraagt om anders leren. Het hoger onderwijs moet studenten hierop voorbereiden en hen tools aanreiken waarmee ze hun eigen employability vorm kunnen geven en in staat zijn hun eigen werk te creëren. Het anders opleiden van studenten en hen voorbereiden op hun employability geldt uitdrukkelijk voor de sport- en beweegsector. De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) biedt de master Sport- en Beweeginnovatie aan; een opleiding die professionals opleidt om (sociale) innovatieprocessen te initiëren en te regisseren. Binnen deze masteropleiding is (persoonlijk) leiderschap een belangrijk onderdeel, maar PI had hier tot voor kort nog geen plek. Bovenstaande maatschappelijke ontwikkelingen vormden een belangrijke reden om voor deze opleiding een nieuw leiderschapsprogramma te ontwikkelen, waarin PI als een rode draad doorheen loopt. Omdat niet alleen de sport- en beweegsector, maar ook andere sectoren op dit terrein volop in transitie zijn, is dit ons inziens ook voor andere hbo-opleidingen zeer relevant.

Leidende principes

De visie van de HAN gaat uit van onderwijs dat in co-creatie met studenten en werkveld wordt vormgegeven. Er wordt toekomstgericht opgeleid met een set aan kennis, skills en attitudes die studenten in staat stelt zich een leven lang te ontwikkelen. Leren vindt zoveel mogelijk plaats in de praktijk waar wordt gewerkt aan reële vraagstukken. Er wordt in multidisciplinaire groepen van verschillende leeftijden en achtergronden gewerkt en hervormen het onderwijs steeds meer naar gepersonaliseerd, samenwerkend- en (in)formeel leren in de beroepspraktijk. Docenten zijn ‘partners’ in het leerproces van studenten. Soms zijn ze expert, dan weer begeleider of coach. Alle docenten zijn bij voorkeur ook werkzaam in de praktijk.
Leidende principes die uitgangspunt zijn bij het ontwikkelen en neerzetten van het onderwijs zijn: autonome motivatie, mindset en zelfregie. De motivatietheorie van Deci & Ryan (2008) gaat uit van autonome motivatie en de natuurlijke neiging van mensen om zich te willen ontwikkelen, zowel persoonlijk als in relatie tot anderen. Hier liggen drie basisbehoeften aan ten grondslag: autonomie, betrokkenheid en competentie. Wij vinden het belangrijk om in ons onderwijs zoveel mogelijk te voldoen aan deze basisbehoeften. Dit motiveert studenten en biedt mogelijkheden zo optimaal mogelijk te leren en de regie te nemen over het eigen leerproces. Belangrijk hierbij is de mindset van studenten. Studenten met een op groei gerichte mindset geloven ook fundamenteel in het kunnen ontwikkelen en vooruitgang boeken (Dweck, 2006). Deze proberen we dus ook zoveel mogelijk te stimuleren bij de studenten.

Comfortzone

Leren is een actief betekenisvol proces en vindt plaats door ervaringen op te doen in de beroepspraktijk en door de reflectie op deze ervaringen (Felicia, 2011). De opleiding daagt studenten uit, trekt hen uit hun comfortzone. We stimuleren studenten om te gaan ‘doen’, met een gedegen kennisbasis. Ze zijn daardoor in toenemende mate in staat om hun eigen leerproces te sturen en verantwoordelijk te nemen voor hun eigen keuzes ten aanzien van het leren. De opleiding is twee jaar geleden vanuit een meer traditionele manier van lesgeven overgestapt op activerend, meer gepersonaliseerd onderwijs. Met een onderwijsblend van leren op de werkplek, online leren en leren tijdens de contactmomenten op de opleiding (continu leerproces). Docenten werken nu vanuit een meer begeleidende rol in plaats van een voornamelijke expertrol en gaan gaan uit van gelijkwaardigheid waarbij iedereen lerend is – zijzelf dus ook. Studenten waarderen de verdieping die deze shift teweeg heeft gebracht. Ons doel is om studenten op te leiden die:

  • in staat zijn zich een leven lang te ontwikkelen. Die in veranderende omstandigheden de juiste skills en kennis ontwikkelen om mee te bewegen in een brede reeks uitdagingen in een complexe, onzekere wereld;
  • die creatieve, vernieuwende oplossingen kunnen bedenken en toepassen in de praktijk;
  • die falen zien als kans om te leren en altijd zoeken naar mogelijkheden en het volgende stapje.


PI ontstaat in de wisselwerking tussen individu en zijn context en draagt bij aan zelfsturing, veerkracht, wijsheid en excellentie. Het is het hart van professionele ontwikkeling, van zowel het individu als van het collectief van professionals (het beroepsframe). Het vormen van een PI is een interactief proces, waarbij persoonlijke, professionele en contextuele aspecten een rol spelen (Pillen, 2008). Een sterke PI zorgt ervoor dat je kunt omgaan met veranderingen en ontwikkelingen zonder jezelf kwijt te raken. Maar PI gaat ook over betekenisgeving, waarbij de professional nagaat of datgene wat geleerd wordt ook past bij wie hij/zij wil worden (Beijaard, 2009), over de manier waarop een professional in zijn vak wil staan én de manier waarop een groep professionals tegen hun vak aankijken (Ruijters, 2015b. p 18).