Onderwijs
Anke Kolvoort
Ilya Zitter
Kolvoort is zelfstandig onderzoeker en verbonden aan het lectoraat Beroepsonderwijs van het Kenniscentrum Leren en Innoveren van de Hogeschool Utrecht. Meer informatie: anke@kolvoort.eu
Zitter is lector Leeromgevingen in het beroepsonderwijs bij het lectoraat Beroepsonderwijs van het Kenniscentrum Leren en Innoveren van de Hogeschool Utrecht. Meer informatie: ilya.zitter@hu.nl
Reacties op dit artikel naar: ilya.zitter@hu.nl
De ontwerpspiegel: instrument voor reflectie ontwerp Ad-leeromgevingen
In dit artikel wordt de ontwerpspiegel beschreven: een instrument waarmee structureel gereflecteerd kan worden op het onderwijsontwerp van leeromgevingen voor Ad-opleidingen.
De Associate degree (Ad), hoger beroepsonderwijs op niveau 5, is momenteel volop in ontwikkeling. Steeds meer studenten kiezen voor een Ad-opleiding (ROA, 2019). Daarom breidt de Hogeschool Utrecht (HU) het Ad-onderwijs uit. Ad-opleidingen van de HU worden bijeengebracht in het Instituut voor Associate degrees (IAD) in Amersfoort.
Ad-onderwijs is ontstaan vanuit de doelstelling om de kloof tussen mbo en hbo te verkleinen (ROA, 2019). Voor mbo-4 afgestudeerden en havisten is de tweejarige hbo-opleiding een interessant alternatief ten opzichte van de vierjarige bacheloropleiding. Ook is de Ad aantrekkelijk voor werkenden, waarmee het in potentie kan bijdragen aan een leven lang ontwikkelen. Al in 2006 werd een start gemaakt met dit type onderwijs. Desondanks is er nog steeds weinig bekend over Ad-opleidingen. Zo zijn onderzoeksliteratuur en ontwerpkennis over Ad-onderwijs schaars (Kennisrotonde, 2019).
Ontwerpen van een Ad-opleiding
Voordat met een Ad-opleiding kan worden gestart, wordt eerst een stevig ontwikkelproces doorgemaakt. Een team van ontwikkelaars moet aantonen dat er arbeidsmarktbehoefte is voor een nieuwe Ad-opleiding (de macrodoelmatigheid). Ook moet de potentiële kwaliteit van de nieuwe opleiding aangetoond worden (toets nieuwe opleiding). Voor dit laatste is het nodig om een gefundeerd onderwijsontwerp te maken. Door het ontwikkelteam worden keuzes gemaakt over het wie, waar, waarmee en wanneer van een leeromgeving. Die keuzes hebben, bewust of onbewust, invloed op het leren. Naast gericht ontwerpen worden tijdens het ontwerpproces ook creatieve sprongen gemaakt, intuïtieve besluiten genomen en ‘tweaks’ gemaakt aan het onderwijsontwerp. Ontwikkelprocessen kunnen chaotisch verlopen en vaak staan de ontwikkelaars onder tijdsdruk. De aandacht vasthouden voor het ontwerp en stilstaan bij ontwerpkeuzes kan dan lastig zijn. Het Instituut voor Associate degrees (IAD) van de HU heeft daarom de krachten gebundeld met het lectoraat Beroepsonderwijs, onderdeel van het Kenniscentrum Leren en Innoveren van de HU. Samen werken zij aan de ontwerpspiegel; een hulpmiddel waarmee betrokkenen kunnen stilstaan bij het ontwerp van een leeromgeving en structureel vanuit een expliciet ontwerpperspectief kunnen reflecteren. De ontwerpspiegel is gebaseerd op het principe van structurele reflectie zoals onder andere beschreven door Reymen & Hammer (2002). Zij stellen dat regelmatig en systematisch reflecteren bijdraagt aan een beter ontwerpproces. Met de ontwerpspiegel worden de volgende doelen beoogd:
- Het ontwikkelen van een gedeeld beeld van het ontwerp.
- Het analyseren en verbeteren van het ontwerp(proces).
- Het vasthouden van de aandacht op het onderwijsontwerp over langere tijd.
- Het gezamenlijk kijken hoe een ontwerp in de praktijk werkt (of juist niet werkt).
- Het ontwikkelen van overkoepelende ontwerpkennis voor leeromgevingen op niveau 5.
Vier fasen van de ontwerpspiegel
De ontwerpspiegel bestaat uit vier fasen.
De eerste fase behelst de voorbereiding op het inzetten van de ontwerpspiegel. Bij de uitvoering van de ontwerpspiegel zijn verschillende personen betrokken: docentonderzoeker, ontwikkelaars, opleidingsteam, studenten en professionals uit het werkveld. Een docent met de rol van docentonderzoeker fungeert als spin in het web/intermediair tussen de verschillende betrokkenen en bereidt in deze fase alle betrokkenen voor op hun rol.
In de tweede fase van de ontwerpspiegel wordt het ontwerp van een leeromgeving beschreven en geanalyseerd. Deze fase van de ontwerpspiegel vindt plaats wanneer het ontwerp van een Ad-leeromgeving (bijna) rond is. De docentonderzoeker kiest samen met betrokkenen welke leeromgeving in de ontwerpspiegel centraal komt te staan. Met een leeromgeving wordt hier een op zichzelf staand onderdeel van een opleiding bedoeld, bijvoorbeeld een module van 15 ECTS. De docentonderzoeker gaat aan de slag met het verzamelen van documenten die betrekking hebben op het onderwijsontwerp van die leeromgeving. Door middel van een documentenanalyse worden de ontwerpelementen geïdentificeerd (zie box 1 en figuur 1).
BOX 1: ONTWERPELEMENTEN
Ontwerpelementen zijn de ‘knoppen’ waaraan gedraaid kan worden bij het ontwerpen van een leeromgeving. In de ontwerpspiegel onderscheiden we vier soorten ontwerpen: het inhoudelijke, materiële, sociale en temporele ontwerp (Bouw, Zitter & De Bruijn, 2019; Carvalho & Goodyear, 2018).