Onderwijsnieuws
SEPTEMBER
Breda University wil meer internationale studenten trekken
De Nationale Hogeschool van Toerisme en Verkeer (NHTV) gaat verder als Breda University of applied sciences (BUas). In een toelichting op de nieuwe strategie laat collegevoorzitter Minnemann weten dat groei geen doel op zich is: “Een van de punten waar studenten ons om waarderen is de kleinschaligheid van onze opleidingen, dus daar willen we niet aan tornen.” De herpositionering van de hogeschool moet vooral voor meer internationale zichtbaarheid gaan zorgen. BUas verwacht hierdoor meer internationale studenten aan te trekken.
Nederland tweede op Global Innovation Index 2018
Ons land staat op de tweede plaats van de Global Innovation Index van de World Intellectual Property Organization (WIPO), de Cornell University en business-school INSEAD. Die hoge klassering komt vooral door het sterke bedrijfsleven, dat intensief samenwerkt met universiteiten. Nederland behoort verder, samen met Duitsland, Zweden en Zwitserland, tot een selecte groep van landen waar de output van het economisch en innovatiebeleid groter is dan de input. Zie ook swissinfo.ch.
Kabinet wil innovatiebeleid aanpassen
Het kabinet wil het Nederlandse innovatiebeleid aanpassen (Rijksoverheid). De bestaande Topsectorenaanpak wordt de komende jaren aangevuld met het streven naar oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. In het nieuwe ‘Missiegedreven Innovatiebeleid’ krijgen technologieën als fotonica, ict en kunstmatige intelligentie een centrale rol. Bovendien worden innovatieve mkb’ers en start-ups actiever betrokken bij de nieuwe aanpak.
ONLINE ONDERWIJS HEEFT BESTUURLIJKE STEUN NODIG
OCW stelt sinds 2015 jaarlijks subsidie beschikbaar voor projecten rond open en online leermaterialen. SURF verdeelt vervolgens de budgetten en begeleidt de projecten. Na drie jaar komt SURF nu met een studie wat de lessons learned zijn op dit gebied. Daaruit blijkt onder meer dat inhoudelijk deskundigen niet per definitie ook de meest geschikte personen zijn om innovatieprojecten te leiden en dat onderwijsinnovatie vaak een kwestie van de lange adem is. Ook zijn nieuwe instrumenten vaak minder revolutionair dan gedacht. Neem bijvoorbeeld mooc's. Ooit werd gedacht dat deze tool het hoger onderwijs ingrijpend zou veranderen, nu luidt een van de lessen uit de projecten die door SURF zijn ondersteund dat persoonlijke begeleiding van studenten een vereiste is en blijft. Verder blijkt dat bestuurlijke steun van het management een belangrijke slagingsvoorwaarde is voor innovatie. Projecten die van onderaf zijn ontstaan, krijgen over het algemeen minder ondersteuning van het management dan de projecten waar leidinggevenden zelf in geïnvesteerd hebben.
Hbo-docententeams voeren nauwelijks professionele dialoog
In hbo-docententeams wordt nauwelijks gesproken over studiesucces en onderwijskwaliteit. Dat blijkt uit onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam. Volgens onderzoekers van het lectoraat ‘Gedifferentieerd HRM’ houdt elke docent zijn of haar eigen professionele standaard er op na terwijl het handelen van docententeams grote invloed heeft op de kwaliteit van het onderwijs en het succes van studenten. Er wordt volgens de onderzoekers in het hbo relatief weinig aandacht besteed aan de vraag of en onder welke omstandigheden teams van docenten goed functioneren. En als er al overlegd wordt, gaat het vooral over praktische zaken.
Rotterdamse mbo’ers krijgen steun bij doorstroom
In Rotterdam werken hogescholen en mbo-instellingen samen om de doorstroom van mbo’ers naar het hbo succesvoller te laten verlopen. Ongeveer 750 mbo’ers lopen zes weken mee bij opleidingen van Inholland en Hogeschool Rotterdam om hen vast te laten wennen. Eerder dit jaar stelde het ministerie van OCW geld beschikbaar voor plannen om de doorstroom van hbo naar wo te bespoedigen in het kader van de Gelijke Kansen Agenda die door oud-minister Bussemaker werd gepresenteerd. Het programma van de Rotterdamse onderwijsinstellingen richt zich naast een betere voorbereiding op het hbo, ook op een bewustere studiekeuze en intensievere studiebegeleiding.
OKTOBER
Oud-staatssecretaris Van Rijn gaat financiering hoger onderwijs doorlichten
Het ministerie van OCW stelt een commissie in die zich over de kwestie rond de aanpassing van het bekostigingssystematiek in het hoger onderwijs buigt. De commissie, die in april 2019 advies uitbrengt, staat onder voorzitterschap van oud-staatssecretaris Martin van Rijn. De commissie gaat onderzoeken hoe de financiering van universiteiten en hogescholen beter kan worden afgestemd op de meest recente ontwikkelingen in de kennissector, zoals de verandering in studentenaantallen, de invoering van nieuwe onderwijsvormen en de gevolgen van de internationalisering. Bij de eventuele herziening van de huidige bekostigingssystematiek staan knelpunten bij bèta en techniek, toegankelijkheid, financiële prikkels en de onderzoeksbekostiging centraal.
NVAO GAAT TAALKEUZE HOGER ONDERWIJS TOETSEN
Er moet meer aandacht komen voor de keuze van de onderwijstaal in het hoger onderwijs. Daarom wordt vanaf februari 2019 bij de reguliere kwaliteitstoetsing van opleidingen door de NVAO extra ingezoomd op de taalkeuze. Dat heeft minister Van Engelshoven de Tweede Kamer laten weten. De beslissing van de minister vloeit voort uit haar visiebrief over internationalisering, die in juni met de Kamer is besproken. Het aanbieden van een opleiding in de Engelse taal kan een meerwaarde hebben, maar de keuze om dat te doen moet volgens de minister weloverwogen worden gemaakt. De NVAO gaat daarom opleidingen vragen inhoudelijk te beargumenteren hoe de gekozen taal bijdraagt aan het realiseren van datgene waartoe studenten worden opgeleid. Ook wordt het taalniveau van docenten beoordeeld. Als de onderbouwing onvoldoende is, kan de NVAO de opleiding vragen de taalkeuze terug te draaien. In het uiterste geval kan de accreditatie ingetrokken worden.
Buitenlandse student vaker terug naar eigen land
Hoewel Nederland populair is bij buitenlandse studenten, verlaten zij steeds vaker direct na hun afstuderen ons land. Uit onderzoek van Nuffic blijkt dat het aantal buitenlandse studenten dat tussen 2006 en 2012 afstudeerde en na vijf jaar nog in Nederland woont, gedaald is van 29,3 naar 22,3 procent. Opvallend is dat veel afgestudeerden van de TU Delft en TU Eindhoven na vijf jaar nog in Nederland wonen en werken. Het kabinet wil dat buitenlandse studenten in Nederland blijven. Dat is niet alleen goed voor sectoren zoals techniek en ict, ook brengen buitenlandse studenten geld in het laadje: na aftrek van studiekosten en eventuele uitkeringen gaat het om een jaarlijks bedrag van 1,6 miljard euro.
Studie Nederlands dreigt te verdwijnen door studententekort
Het aantal studenten dat dit jaar is gestart met de opleiding Nederlands is zó laag dat de studie dreigt te verdwijnen. De afgelopen vijf jaar is de interesse voor de studie Nederlands enorm gekelderd, met als voorlopig dieptepunt dit studiejaar. Zo begonnen in september slechts zestig studenten aan de UvA en de VU met de studie Nederlands. Dat is de helft minder dan vijf jaar geleden. De top-5 van minst populaire studies: 1) Hebreeuwse en nieuw-Griekse taal & cultuur, 2) Islam en Arabisch, 3) Keltische talen en cultuur, 4) Talen en culturen Zuid- en Zuidoost-Azië, 5) Archeologie en prehistorie.
Termijn experiment flexstuderen verruimd
Minister Van Engelshoven heeft de inschrijvingstermijn voor onderwijsinstellingen om zich tussentijds aan te melden voor het experiment van flexstuderen verruimd. Van 1 januari tot 1 maart 2019 krijgen instellingen opnieuw de kans om zich aan te melden voor het experiment waar studenten betalen per studiepunt. Er zijn nu twee hogescholen en twee universiteiten die meedoen aan het experiment. Oorspronkelijk zouden niet-deelnemende instellingen de resultaten van het experiment af moeten wachten. Dit vanwege de beperkte duur en omvang van het experiment en het belang van volledige deelname van instellingen voor de evaluatie.
Kinderen van hoogopgeleide ouders kiezen vaker voor hoger onderwijs
Kinderen van hoger opgeleide ouders maken ambitieuzere studiekeuzes dan kinderen met ouders die niet hebben gestudeerd. Dat blijkt uit onderzoek van Annemarie Oomen naar het effect van studieloopbaanbegeleiding en de impact daarvan op de studiekeuze voor het hoger onderwijs. Ouders die hoger opgeleid zijn hebben bovendien meer zelfvertrouwen bij het ondersteunen van de studieloopbaan van hun kind(eren). Uit eerder onderzoek was al bekend dat kinderen met een betere sociale-economische achtergrond gemiddeld genomen ambitieuze studiekeuzes maken.
ONDERWIJSONDERZOEK VINDT MOEILIJK WEG NAAR DE PRAKTIJK
Onderwijsonderzoek is te versnipperd en onderzoeksresultaten vinden maar mondjesmaat hun weg naar de beroepsgroep van leraren. Dat concludeert een stuurgroep ingesteld door het Nationaal Regieorgaan Onderwijs-onderzoek (NRO), Regieorgaan SIA en Vereniging Hogescholen. In het rapport ‘Praktijkgericht onderwijsonderzoek in wisselwerking’ adviseert de stuurgroep een netwerk van samenwerkingsverbanden tussen onderzoekers en leraren op te zetten. Het rapport benoemt daarnaast drie tekortkomingen aan de huidige status van praktijkgericht onderwijsonderzoek:
1) de kloof tussen onderzoek en de praktijk. Hoewel het onderzoek vaak meerwaarde voor de onderzochte praktijk heeft, “levert het nog niet altijd kennis op die ook toepasbaar is in andere contexten”,
2) leraren voelen zich weinig eigenaar van de onderzoeksresultaten. Dit komt enerzijds voort uit het feit dat de “vragen uit hun praktijk te weinig als uitgangspunt worden genomen.” Anderzijds hebben leraren überhaupt niet genoeg tijd om de resultaten die voortkomen uit onderwijsonderzoek tot zich te nemen, laat staan om ze op een zinvolle manier in te zetten in de praktijk, en
3) onderzoekers maken onvoldoende onderscheid tussen vragen die met reeds bestaande kennis kunnen worden beantwoord, en vragen die nader onderzoek behoeven. Ook is niet altijd duidelijk tot in hoeverre onderzoek aansluit bij andere initiatieven.
‘Werkdruk kwaal van moderne universiteit’
Werkdruk is geen persoonlijk probleem, het is een institutionele kwaal van de moderne universiteit. Dat stelden Berg en Seeber, auteurs van het boek ‘The Slow Professor,’ onlangs op het Global Critical Pedagogies congres in Amsterdam. Maggie Berg (Queen’s University) en Barbara Seeber (Brock University) publiceerden in 2016 hun manifest tegen de vercommercialisering van de academie. Zij pleitten daarin voor het introduceren van de zogenaamde slow-beweging in de academie: “Slow betekent niet hetzelfde als lui, of het teruggaan naar de goede ouwe tijd”, aldus de wetenschappers. “Het gaat om het leggen van de nadruk op zorg en aandacht. Overwerk moet een uitzondering zijn en geen voorwaarde voor waardering in de academie. We moeten aan de jongere generatie duidelijk maken dat het niet normaal is om overwerk te verwachten.”
Verplichte benchmark voor onderwijsuitgaven
Er komt met een verplichte benchmark voor onderwijsinstellingen om hun uitgaven te verantwoorden. Het kabinet houdt daarmee vast aan de lumpsumbekostiging, maar wil tegelijkertijd de transparantie van de onderwijsbekostiging vergroten. Eerder dit jaar concludeerde de Onderwijsraad in een advies over de bekostiging van het onderwijs dat de huidige lumpsumbekostiging gehandhaafd moest blijven. Dit leidde tot irritatie in de Kamer en in het veld, omdat er in toenemende mate onvrede ontstaat over de niet-transparante uitgaven in het onderwijs. Het kabinet houdt dus vast aan de lumpsum, maar stelt de benchmark in om zo de transparantie in alle onderwijssectoren te vergroten.
APPEN TIJDENS COLLEGE? ONVOLDOENDE!
De Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) heeft het gebruik van mobiele telefoons en laptops tijdens sommige lessen verboden. Studenten die toch appen of googelen, kunnen een onvoldoende krijgen. Bij de EUR-studies psychologie en pedagogiek moeten studenten in het eerste en tweede jaar samenwerken aan een casus. Na raadpleging van literatuur volgen een presentatie en een toets. Tijdens deze lessen mag geen gebruik worden gemaakt van mobieltjes of laptops. Wie dat toch doet, riskeert een onvoldoende. Dat gebeurt volgens de EUR overigens zelden omdat de onderlinge sociale controle onder studenten groot is.
NOVEMBER
Pleidooi voor nieuwe benadering Europees innovatiebeleid
Volgens het Duitse centrum voor Europees economisch onderzoek (ZEW) haalt Europa al jarenlang onvoldoende rendement uit wetenschappelijke resultaten en innovaties. Volgens ZEW komt dat door gebrek aan innovatieve mkb-bedrijven, trage verspreiding van innovatie en toegenomen concurrentie op de innovatiemarkt. De Duitsers pleiten daarom voor een nieuwe benadering van het Europese innovatiebeleid.
Meer wo-studenten ingeschreven
Inschrijfcijfers van de VSNU laten zien dat het totale aantal wo-studenten dat dit collegejaar ingeschreven staat voor een bachelor- of masteropleiding bijna vijf procent hoger is dan in het collegejaar 2017-2018. Volgens de VSNU is het hogere cijfer goed voor de Nederlandse kenniseconomie, maar zet het universiteiten ook verder onder druk waardoor er grotere tekorten ontstaan in het wetenschappelijk onderwijs.
EUA lanceert hulpmiddel voor onderwijsverbetering
De European University Association (EUA) heeft een nieuw hulpmiddel gepresenteerd voor instellingen in het hoger onderwijs om hun efficiëntie, effectiviteit en rendement te helpen verbeteren: de University Efficiency Hub. Op dit platform kunnen universiteitsmedewerkers en beleidsmakers kennis en ervaring delen.
Hoger onderwijs start met Versnellingsplan onderwijsinnovatie
De VSNU, Vereniging Hogescholen en SURF hebben gezamenlijk een vierjarig Versnellingsplan onderwijsinnovatie opgesteld. Binnen de eigen instelling én in samenwerking met andere universiteiten en hogescholen, biedt dit plan ruimte om substantiële stappen te zetten op het gebied van digitalisering.
VIJF HYPOTHESEN OVER DE TOEKOMST VAN INNOVATIE IN EUROPA
Droomt u even mee? Over ruim tien jaar zal innovatie in Europa met name plaatsvinden buiten R&D-afdelingen om. Innovatieprocessen zijn dan namelijk volledig gedigitaliseerd en nieuwe producten, diensten en bedrijfsmodellen worden als geïntegreerde oplossingen direct op de markt gebracht. Kennis zal vrij beschikbaar zijn en voor iedereen toegankelijk, maar niet iedereen zal daar in gelijke mate van profiteren; het zijn vooral de mensen die kennis goed kunnen inzetten gebruiken en implementeren die er voordeel uithalen. En over tien jaar heeft Europa zich gevestigd als wereldleider op het gebied van gegevensbeveiliging en gegevenssoevereiniteit. Zie hier de vijf belangrijkste voorspellingen van de Fraunhofer-groep voor innovatieonderzoek over het Europese innovatiebeleid in 2030.
Grootste 3D-printer van Europa onthuld
Het Delftse bedrijf CEAD heeft een nieuwe 3D-printer onthuld. Het is de grootste 3D-printer die in Europa te koop is. Het apparaat kan een recordhoeveelheid van vijftien kilo materiaal per uur verwerken en is bovendien in staat om twee materialen tegelijk te printen.
Zwitserland blijft beste talentenpool
Zwitserland is voor het vijfde jaar op rij op nummer 1 geëindigd op de IMD World Talent Ranking 2018. Denemarken staat op 2, gevolgd door Noorwegen, Oostenrijk en Nederland. Noorwegen maakte een flinke sprong dankzij de verbetering van de overheidsuitgaven voor onderwijs en de paraatheid van de talentenpool. De IMD World Talent Ranking beoordeelt de prestaties van landen op een groot aantal gebieden: onderwijs, stages, opleiding op de werkplek, taalvaardigheden, kosten van levensonderhoud, kwaliteit van leven, beloning en belastingtarieven.
BIGGER IS BETTER: VS HEEFT DE GROOTSTE SUPERCOMPUTER TER WERELD
Amerikanen en afmetingen verhouden zich als Yin staat tot Yang. In de VS geldt al jaren het adagium ‘bigger is better’. Dat heeft het land nu ook weer voor elkaar op het gebied van supercomputers. Amerika heeft namelijk de twee krachtigste supercomputers van de wereld. Daarmee stoten de Amerikanen aartsrivaal China van de eerste plaats. De Chinezen behaalden met hun supercomputer een half jaar geleden de toppositie. De grootste Chinese supercomputers staan nu op plek 3 en 4. De grootste Europese supercomputer, Isambard geheten, staat wereldwijd op plek 5 en is onlangs in gebruik genomen.
Minder regels voor innovatieve drones
Drones kunnen een belangrijke rol spelen bij innovatieve toepassingen zoals het bezorgen van medicijnen, bloedmonsters voor ziekenhuizen rondbrengen, maar ook bij dijkbewaking, verkeersmanagement en in de landbouw. Minister Van Nieuwenhuizen (I&W) wil deze innovatieve toepassingen van drones verder aanjagen. Daarom gaat ze gaat minder regels stellen op testlocaties voor drones en experimenten met inspectiewerk door middel van innovatieve drones verder ondersteunen.
Europese Open Science Cloud gelanceerd
De Europese Commissie heeft samen met de lidstaten en de wetenschappelijke gemeenschap de European Open Science Cloud (EOSC) gelanceerd. EOSC moet een veilige omgeving creëren voor het opslaan, analyseren en hergebruiken van onderzoeksgegevens voor ander onderzoek, innovatie en onderwijsdoeleinden. Karel Luyben, voormalig rector van de TU Delft, is de nieuwe voorzitter van de EOSC.
STUDENTEN ACHTERHALEN TELEFOONNUMMER RUTTE
Een groep studenten van de Universiteit van Amsterdam heeft het telefoonnummer van premier Rutte bemachtigd. De studenten achterhaalden het nummer op internet tijdens een gastcollege van internetexpert Henk van Ess, die verbonden is aan het onderzoeksplatform Belingcat. De gegevens van Rutte zouden gevonden zijn in een tool die recruiters gebruiken om informatie van mogelijke werknemers te verzamelen. Van Ess vermoedt dat het telefoonnummer van de premier en een aantal Kamerleden hier in zijn beland na het downloaden van een app. Met het accepteren van de voorwaarden is waarschijnlijk data gedeeld die later verkocht is aan de makers van de recruiterstool. De minister-president reageerde laconiek op het nieuws en gaf aan voorlopig niet over een nieuw telefoonnummer na te denken. Pas als hij 'gestalkt' gaat worden, verandert hij het nummer.